Opmeten van lengtemaat en wijdtemaat

Hiervoor bent u het best met twee.

U heeft nodig een blad papier, potlood en lintmeter

U staat recht en blootsvoets met één voet op een blad papier.
Verdeel hierbij het gewicht zo gelijkmatig mogelijk over beide voeten.
De tweede persoon maakt een aftekening van de voet. Hij maakt hierbij gebruik van het potlood, waarbij hij het potlood zo recht mogelijk langs de omtrek van de voet geleidt.
Daarna neemt hij met de lintmeter de balmaat (B).
Deze wordt genomen op het breedste punt van de voet.
Dan neemt hij de wreefmaat (C)
Beide maten worden genomen in belaste toestand.
Vervolgens herhaalt u deze handelingen voor de andere voet.

Maat A geeft de lengte van de voet aan.

Op onderstaande tabel vindt u welke schoenmaat overeenkomt met de gemeten centimeters van maat A.

cm	21,7	22,4	23	23,7	24,4	25	25,7	26,4	27	27,7	28,4	29	29,7	30,4
maat	34	35	36	37	38	39	40	41	42	43	44	45	46	47

Op onderstaande tabel vindt u welke wijdtemaat overeenkomt met de maten B (balmaat) en C (wreefmaat)